We moeten ons éérst afvragen, waarom zoveel kinderen en pubers moeite hebben met rekenen en wiskunde.
Allereerst is er vaak sprake van “rekenangst”: dit is een vorm van faalangst, die ontstaat, wanneer kinderen/pubers cijfers, getallen e.d. zien, waar ‘iets mee gedaan moet worden.’ Zolang ze een bepaalde opgave zien ‘van hetzelfde type’, als opgaven, die ze kennen, is de angst nog beheersbaar, maar als een som anders is, dan zoals ze hem ‘geleerd’ hebben, slaat de paniek toe. In de vorige zin hebben we het woord ‘geleerd’ gebruikt: men leert vaak een som en de oplossing van buiten en dát is geen reken- of wiskundevaardigheid! Het gaat om begrijpen, inzicht, het leren abstraheren. Met abstraheren bedoelen we: éérst
inzien, dat 3 x 3 hetzelfde is als 3 in het kwadraat = 9 (tamelijk concreet); als je dat begrijpt, moet je ook leren inzien, dat flat x flat = flat in het kwadraat (tamelijk abstract).
De overstap van concreet naar abstract is voor veel kinderen en pubers moeilijk te maken, omdat zij geforceerd vasthouden aan sommen, die ze ‘geleerd’ hebben!
Creativiteit, flexibiliteit en het rekenen/de wiskunde beschouwen als een puzzle, die je moet oplossen, zijn de juiste houdingen om succesvol bezig te zijn met rekenen en wiskunde.
Vaak zien we, dat kinderen/pubers een toets leren door alle opgaven eindeloos te oefenen en te herhalen, zónder dat ze zelf bij een probleem een opgave (kunnen) bedenken. Na lang studeren maken ze dan vervolgens een toets (waarin opgaven anders zijn!) en halen ze een onvoldoende. Gevolg: steeds meer demotivatie voor rekenachtige vakken!
Naast de rekenangst en de demotivatie speelt ook nog de rekenmachine een niet onbelangrijke rol: de rekenmachine is in het reken-/wiskunde-onderwijs meer doel dan middel geworden. Eenvoudige tafelsommen, optellingen e.d. worden op de rekenmachine uitgerekend, met als gevolg, dat kinderen/ pubers de automatisering van tafels, maar ook optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen steeds slechter gaan beheersen. Daardoor zien ze ook steeds
minder snel verbanden tussen cijfers, getallen en bewerkingen. Het totale hoofdrekenen is in het huidige onderwijs voor een groot deel in het slop geraakt en dat heeft zeer nadelige gevolgen voor de reken-/wiskundevaardigheden. Ik heb al meerdere malen meegemaakt, dat leerlingen van het VWO de tafels van vermenigvuldiging totaal niet meer beheersen: een ernstige zaak.
Aan reken- en wiskundeproblemen is veel te doen door de rekenangst weg te nemen en de leerling te leren creatief en flexibel inzicht te verwerven. Nauwkeurig lezen, stapsgewijs werken, precisie, concentratie en aandacht, alsmede een goed functioneren van het (werk-)geheugen dienen ook gestimuleerd te worden. Met een goede orthodidactische ondersteuning boeken wij binnen Edumax zeer goede resultaten en gaat de leerling/student zienderogen vooruit met rekenen en/of wiskunde!