WAT WIJ DOEN voor kinderen, jongeren en volwassenen:
- Onderzoek naar en diagnostiek van ADD/ADHD.
- Behandeling/therapie bij ADD/ADHD.
- Behandeling/therapie bij klachten, die te maken hebben met onoplettendheid (aandachts- en concentratieproblemen) en/of met hyperactiviteit en/of met impulsiviteit. De hier bedoelde klachten zijn niet dermate ernstig, dat sprake is van ADD/ADHD als stoornis, maar ze kunnen wél een negatieve invloed hebben op het algemeen dagelijks functioneren.
- Second opinion, wanneer u het niet eens bent met een (eerdere) diagnose ADD/ADHD, of een behandeling van ADD/ADHD.
AD(H)D is de afkorting van ‘Attention Deficit (Hyperactivity) Disorder’.
In Nederland en Vlaanderen spreken we van een aandachtstekortstoornis met of zonder hyperactiviteit.
Hoe kunnen we AD(H)D omschrijven?
Een stoornis, die wordt gekenmerkt door een combinatie van onoplettendheid (aandachtstekort), impulsiviteit en hyperactiviteit.
In het uit het Engels vertaalde psychiatrische handboek “DSM-5” (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) wordt AD(H)D omschreven als een “Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis.” Het begrip “deficiëntie” staat voor een tekort of een hiaat.
Er worden drie vormen of beelden onderscheiden:
- Het gecombineerde beeld, met zowel onoplettendheid als hyperactiviteit/impulsiviteit (komt het meeste voor).
- Het beeld, waarbij onoplettendheid voorop staat.
- Het beeld, waarbij met name sprake is van hyperactiviteit en impulsiviteit.
De Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis is een zogenaamde ‘neurobiologische ontwikkelingsstoornis’:de stoornis heeft te maken met de werking van het zenuwstelsel en manifesteert zich gedurende de ontwikkeling van het individu, maar meestal al op zeer jonge leeftijd.
Kenmerken van een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis:
- Onoplettendheid: onvoldoende aandacht voor details hebben; slordig werken; veel onnodige fouten maken op school en bij huiswerk, of op het werk of in het algemeen bij een taak/activiteit; niet of nauwelijks de aandacht bij taken of bij het spelen van een spel kunnen houden; niet of onvoldoende geconcentreerd kunnen zijn tijdens een gesprek of tijdens een les/opdracht/taak op school; afwezig zijn zonder een duidelijke aanleiding en daardoor niet horen, dat hij/zij direct wordt aangesproken door iemand;
vaak aanwijzingen niet opvolgen; niet of nauwelijks in staat zijn om een taak (schoolwerk, een taak op het werk of een andere activiteit) af te maken, doordat men al snel afgeleid raakt; moeite met plannen/organiseren van taken en activiteiten; een hekel hebben aan taken of taken weigeren uit te voeren als die gedurende langere tijd achtereen een geestelijke inspanning vereisen; spullen die nodig zijn voor taken/activiteiten kwijt raken of vergeten mee te nemen; gemakkelijk afgeleid worden door omgevingsprikkels; vergeten om bezigheden/taken uit te voeren, die gedaan moeten worden. - Hyperactiviteit en impulsiviteit: onrustige bewegingen met handen of voeten en/of veel draaien op je stoel; vaak opstaan, terwijl je hoort te blijven zitten; rond rennen en overal opklimmen, terwijl dat ongepast is; moeite met rustig spelen of met het uitvoeren van ontspannende activiteiten; vaak met van alles tegelijk bezig zijn en ‘onrust uitstralen’; veel(-vuldig) praten; impulsief antwoord op een vraag geven, terwijl de vraag nog afgemaakt moet worden; kan moeilijk op zijn/haar beurt wachten; stoort anderen of dringt zich op door zich in gesprekken, spelletjes of activiteiten van anderen te mengen of door spullen van een ander te gebruiken zonder toestemming.
Deze pagina wordt continu bijgewerkt/geupdatet