WAT WIJ DOEN VOOR KINDEREN, JONGEREN EN VOLWASSENEN:
- Onderzoek naar en diagnostiek van opstandig, explosief of normoverschrijdend gedrag.
- Behandeling/therapie bij opstandig, explosief of normoverschrijdend gedrag.
- Behandeling/therapie bij gedragsproblemen, die niet dermate ernstig zijn, dat sprake is van een stoornis, maar die wel een negatieve invloed hebben op het eigen algemeen dagelijks functioneren en/of het functioneren/welbevinden van een ander.
- Second opinion onderzoek, indien u het niet eens bent met de diagnose of behandeling van opstandig, explosief of normoverschrijdend gedrag.
De gedragsproblematiek, die hier aan de orde komt, gaat gepaard met agressie. We spreken van ‘agressie’, als iemand de bedoeling heeft om een ander mens te schaden en de agressieve persoon die bedoeling ook omzet in daden, terwijl degene, die ‘het slachtoffer is’, de agressie juist wil vermijden.
Vormen van agressie zijn onder andere de verbale (met woorden), de fysieke (lichamelijke) en de materiële (op objecten gerichte) agressie.
Gedragsproblemen/-stoornissen werken ontwrichtend (disruptief) voor de omgeving. Wanneer iemand ernstige gedragsproblemen heeft, zien we vaak, dat het die persoon niet lukt om zijn natuurlijke impulsen te reguleren (in de hand te houden).
Bij gedragsproblemen en gedragsstoornissen zien we: onvoldoende of geen beheersing van emoties en gedrag, het schenden van de rechten van anderen en conflicten met maatschappelijke normen en waarden.
Hieronder staan de belangrijkste gedragsproblemen/-stoornissen, die worden gerekend tot de disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen.
De oppositioneel-opstandige stoornis (ODD).
Iemand met een oppositioneel-opstandige stoornis vertoont minstens vier van de volgende kenmerken uit één of meer van de volgende categorieën:
Categorie boze/prikkelbare stemming: kalmte vaak verliezen; snel lichtgeraakt, geïrriteerd of geërgerd; dikwijls boos en ontevreden.
Categorie ruziezoekend/openlijk ongehoorzaam gedrag: vaak ruzie met gezagspersonen (bij kinderen en jongeren is dat ruzie met volwassenen); dikwijls weigeren of zich verzetten tegen regels of verzoeken van gezagspersonen; anderen vaak expres ergeren; meestal anderen de schuld geven van zijn/haar fouten of wangedrag.
Categorie wraakzucht: hatelijk zijn en/of een drang tot vergelding (wrok) hebben naar iemand anders. In de afgelopen 6 maanden moet minstens twee keer sprake zijn geweest van hatelijkheid of wraakzucht.
Er is alléén sprake van een oppositioneel-opstandige STOORNIS, als minstens vier kenmerken zich al tenminste zes maanden hebben voorgedaan én de kenmerken werden/worden ook vertoond in de omgang met tenminste één persoon, die geen broer of zus was van degene met de bedoelde kenmerken. In alle andere gevallen spreken we van oppositioneel-opstandige PROBLEMEN.
..
De normoverschrijdend-gedragsstoornis.
Deze stoornis werd vroeger ook wel ‘conduct disorder’ (CD) of ‘anti-sociale gedragsstoornis’ genoemd.
Bij de normoverschrijdend-gedragsstoornis zien we een steeds terugkerend en hardnekkig gedrag, waardoor de grondrechten van anderen niet worden gerespecteerd of belangrijke maatschappelijke normen, waarden en regels worden overtreden.
Kenmerken van de normoverschrijdend-gedragsstoornis zijn:
Agressie gericht op mensen en dieren: pesten, bedreigen, intimideren; vechten; een wapen gebruiken; mensen mishandelen; dieren mishandelen; iemand dwingen tot seksuele handelingen; stelen, waarbij het slachtoffer direct betrokken is (beroving, afpersing, gewapende overval e.d.).
Vernielen van eigendommen: brand stichten om ernstige schade te veroorzaken; eigendommen van anderen vernielen.
Leugenachtigheid of diefstal: inbreken in het huis, het gebouw of de auto van een ander; liegen om er zelf beter van te worden (bv. oplichting); stelen van een ander, zonder dat er direct contact is geweest met die ander (winkeldiefstal; vervalsing e.d.).
Ernstige schending van regels: al vóór de 13-jarige leeftijd niet op tijd thuis komen in de avond of de nacht; twee of meer keer weggelopen zijn van huis en ’s nachts zijn weggebleven; al vóór de 13-jarige leeftijd vaak niet naar school gegaan (gespijbeld).
Er is alléén sprake van een normoverschrijdend-gedragsSTOORNIS, als minstens drie van de vijftien genoemde kenmerken aanwezig zijn geweest in het afgelopen jaar én tenminste één kenmerk ook in de afgelopen zes maanden aanwezig was. In alle andere gevallen moeten we spreken we van normoverschrijdend-gedragsPROBLEMEN.
..
De anti-sociale persoonlijkheidsstoornis.
De anti-sociale persoonlijkheidsstoornis is een tamelijk ernstige gedragsstoornis. Er zijn veel overeenkomsten met de normoverschrijdend-gedragsstoornis. De diagnose anti-persoonlijkheidsstoornis wordt meestal pas gesteld, wanneer iemand ouder is dan 18 jaar. Een niet tijdig behandelde oppositioneel-opstandige stoornis of normoverschrijdend gedragsstoornis kan op latere leeftijd uitmonden in een anti-sociale persoonlijkheidsstoornis.
Kijk voor meer informatie bij psymax onder het kopje “Persoonlijkheidsstoornissen.”
De periodiek explosieve stoornis.
Als iemand een periodiek explosieve stoornis heeft, kan hij (of zij) zijn woede, agressie of drift (lees: de agressieve impulsen) niet beheersen. Het belangrijkste verschil met een “normale woede-aanval” is, dat een persoon met een periodiek explosieve stoornis totaal geen controle meer heeft over zijn woede-aanval en dat de woede niet in verhouding staat tot de situaties of gebeurtenissen, die ertoe hebben geleid (de agressie/woede is buiten alle proporties).
Voor de diagnose periodiek explosieve stoornis moet iemand tenminste 6 jaar oud zijn en voldoen aan één van de volgende kenmerken:
– Verbale agressie (denk aan verbale woede-uitbarstingen/woordenwisselingen/ruzies) of fysieke agressie gericht op materiële dingen, op dieren, of op andere mensen.
Voorwaarden zijn bij dit kenmerk, dat de verbale of fysieke agressie gemiddeld twee keer per week voor komt in een periode van drie maanden en dat de fysieke agressie niet leidt tot lichamelijke verwonding van dieren of andere mensen.
– Drie agressieve woede-uitbarstingen binnen een tijdsbestek van één jaar, en/of fysieke agressie gericht op dieren of andere mensen, die wél lichamelijke verwondingen tot gevolg heeft.
Overige voorwaarden om te kunnen spreken van een periodiek explosieve stoornis:
* de agressieve uitbarstingen zijn niet van tevoren gepland/beraamd en ze komen niet voort uit een op geld, macht of intimidatie gericht doel.
* achteraf is vaak sprake van spijt bij de agressieve persoon, omdat hij/zij niet begrijpt hoe zijn/haar woede zó buitensporig heeft kunnen zijn. De agressieve persoon lijdt dan meestal zélf ook psychisch onder zijn/haar extreme geweld/agressie.
Het kan ook zijn, dat de agressieve persoon geen of amper spijt heeft. In dat geval moeten we bij die persoon beperkingen in het beroepsmatige en sociale verkeer zien, of het agressieve gedrag heeft negatieve gevolgen in financiële of juridische termen voor de agressieve persoon.
..
Overige gedragsstoornissen, waar we niet uitgebreid op in zullen gaan:
* Pyromanie: opzettelijk brand stichten vanuit een spannings-/opwindingsgevoel. Een pyromaan is gefascineerd door alles wat met vuur te maken heeft.
* Kleptomanie: een kleptomaan kan zich niet verzetten tegen impulsen om voorwerpen te stelen. De gestolen voorwerpen zijn niet nodig voor eigen gebruik of voor geld. Net vóór het plegen van de diefstal neem het spanningsgevoel toe. Tijdens het plegen van de diefstal heeft de persoon gevoelens van lust en voldoening.
Deze pagina wordt continu bijgewerkt/geupdatet